Willem Salvo, Directe Voorouder, 5 Generaties

Antwerpen, 19de eeuw

De 19e eeuw was een tijd van grote verandering voor Antwerpen. De bevolking verdubbelde en Antwerpen werd de op een na grootste stad van België. Het werd een van de belangrijkste havens van Europa en een belangrijk knooppunt van internationale handel.

Vondeling

Willem werd te vondeling gelegd in de Predikerinnenstraat in Antwerpen aan op 17 april 1824. Een agent vond hem en bracht hem naar een weeshuis. Gelukkig want deze baby is mijn oudvader. Dit betekent dat we 5 generaties terug in de tijd gaan. België zat, net als ik, nog in de bloemkolen. Van 1815 tot 1830 behoorden onze streken tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. 

Getuigenis agent

“.. dat het zelve op zeventien April dezes jaers ten half elf ure des avonds in het vondelingenhuis gebragt is geworden door den inspecteur van politie der vierde sectie, dewelke gezeid heeft, dat dit kind ten tien ure zelven avond, in de Predikheere Straet gevonden was geweest, de voorwerpen mede gebragt zijn als volgd te weten een baal katoene hembd met nedeldoeke kraag, een baalkatoene bogijn met kant, eene katoene koof met roode en witte ruiten, een katoen slaaplyf witten grond met roode bollekens twee witte lynwaarde doeken, eenen witten wollendoek, alles versleten, en eene driekantige gesnede kaart zonder opschrift, ten gevolge dit kind onde de namen van Guilielmus Salvo, ingeschreven zijnde, hebben wij het zelve met de gemelde voorwerpen aan opgemelden berzorger ter hand gesteld welke na voorlezing deze met ons geteekend heeft.”

Agent

Knechtjeshuis

Al in 1552 werd er in Antwerpen een scole voor jonge schamele meyskens opgericht. Het bleef actief tot 1882 en is nu nog altijd te bezoeken als het Maagdenhuismuseum. In 1558 werd er ook iets opgericht  voor jongens: het knechtjeshuis. Tot 1879 konden weesjongens hier zorg en een opleiding krijgen. Het zou kunnen dat mijn voorvader Willem één van die jongens was.

Het aantal vondelingen piekte aan het begin van de 19de eeuw. Het waren voornamelijk arme kinderen of bastaardkinderen. Soms legde de moeder er een briefje bij met de naam op. Ik denk niet dat dat hier gebeurd is omdat er expliciet vermeld staat: “zonder opschrift”.

Als de moeder geen naam had opgeschreven, gaf de pastoor of ambentaar een naam. Zij inspireerden zich hiervoor op de kledij van de kinderen, de vindplaats, de maanden van het jaar, etc.

Ik begrijp wel niet goed wat ze bedoelen met een driekantige gesneden kaart zonder opschrift. Was dit een middel om het kind later in betere omstandigheden op te halen? Dit gebeurde wel meer: men legde bv. een lap stof bij de baby die doormidden was geknipt. Men hield de andere lap stof bij als bewijs.

Huwelijk en kinderen

Willem is geboren in Antwerpen, maar kwam later in Berlaar terecht. Hij was kasseier van beroep en trouwde met Anna Catharina Verbeeck. Zijn vrouw is geboren op 23-07-1827 in Berlaar. Zij kregen 3 kinderen (mogelijk meer): Maria Theresia (°02-01-1854), Gommaar Alfons (°11-03-1858) en Jan August (°23-10-1867). Gommaar is mijn betovergrootvader. 

You cannot copy content of this page

Cookieconsent met Real Cookie Banner