Middelnederlandse roots
Schroyens is een beroepsnaam uit het Middelnederlands, een voorloper van de Nederlandse taal die wij nu spreken. Het werd gesproken tussen 1200 AD en 1500 AD. Voor het Middelnederlands sprak men Oudnederlands (500 AD-1200 AD). Het Middelnederlandse schroden/schraden betekent snijden/knippen. Wat kan men zoal snijden? Kledij bijvoorbeeld. Onderstaand artikel geeft nog voorbeelden van wat men zoal kon knippen:
Overigens hoeft niet elke eerste naamdrager Schreurs een kleermakerszoon te zijn. Met het woord schroder kan ook de ‘muntschroder’ bedoeld zijn, nl. ‘iemand die munten slaat, maar ook iemand die munten aan de rand afvijlt om het goud- of zilvervijlsel te gelde te maken’ of nog de ‘wijnschroder’, een ‘sjouwer van wijnvaten, kraanmeester, werkman die zware lasten oplaadt en vervoert’ (cfr. Debrabandere 1993, 1264).
DBNl.org: Limburgse familienamengeografie, pagina 243, naamkunde, jaargang 26, 1994
Ik denk dat ik er wel van kan uitgaan dat het een beroepsnaam is, maar welk beroep? Mijn stamvader Petrus Schroyens is getrouwd in 1618 dus waarschijnlijk is hij geboren aan het einde van de 16de eeuw. De meeste Schroyensen in die tijd in mijn stamboom zijn handwerkslieden. Ik vond hun beroepen in de volkstelling van Beerzel. Deze overkoepelende term kan van alles betekenen. Ik heb wel 1 kleermaker gevonden. Er stond uitdrukkelijk kleermaker als beroep bij een broer van mijn voorvader.
Geografische verspreiding
De website www.familienaam.be geeft een geografische spreiding weer van de achternaam Schroyens. Je kan zien dat hij in België vooral voorkomt in de provincie Antwerpen.
Alternatieve schrijfwijzen
Alternatieve schrijfwijzen zijn Schroons, Schruns, Schrens, Schrijns, Schroen, Schroos, Schrooyen, Schroeyen, Schroeyens, Schroijens, Schroijen, Schroyen, Scroyen Scroeyen, Schraeyen, Scrayen, Schrayen, Serroyen, Serroeyen, Seroeyen, Seray, Serayen.