Charlotte & Charity ©️

Zure Matten & Madeliefjes

Ik heb al even niks gepost over mijn familiegeschiedenis dus ik ga een fictief verhaal delen dat ik geschreven heb. Het genre is fantasy. Eerder gericht op een jong publiek.

Niet al té serieus nemen😁.


Charlotte Bart, halftijds leerkracht en voltijds zoetekauw, zit ongemakkelijk op haar stoel heen en weer te schuiven. In de bibliotheek van de Heilige Uil, een pretentieus college voor go-getters, voelt ze zich normaal gezien als een vis in het water. Er zwemt nu echter een grote haai voor haar neus, namelijk Aidan Arends. 

“Alsjeblief Aidan… We kunnen er toch over praten.”

“Het spijt me, maar mijn besluit staat vast. Ik voel het niet meer.” 

Aidan vertrekt op een tredje dat te betweterig is voor zijn eigen goed. Onderweg naar de deur legt haar voormalige minnaar zijn wenkbrauwen in de plooi. 

De versgebakken vrijgezel steekt haar tong uit naar de deur en laat het nieuws bezinken terwijl ze ijsbeert tussen de boeken. Het gekraak van de houten vloer heeft een rustgevend effect op Charlotte. Er was haar vandaag echter geen rust gegund want Charity komt buiten adem binnengestormd. Collega Charity Thomas vult de hongerige magen in het college en is, naar eigen zeggen, een culinair talent dat kortelings ontdekt gaat worden. Zolang die ontdekking uitblijft zijn de leerlingen van het college de ideale proefkonijnen. Degene die niet met een sterke maag gezegend zijn, zien er bijgevolg na de middag soms wat groen uit. 

Charity ziet nu echter lijkbleek.

“Charity! Gaat het?”

“Nee, nee…Ik…va…”

“Wat is er? Hou me toch niet zo in spanning, mens!”

“Ik was op weg naar het werk en kwam enkele boomknuffelaars tegen die zich op de bomen wierpen. In de verte zag ik een groene schittering . De boomknuffelaars gingen er als gehypnotiseerd naar toe, maar het bleek een vampier! Een echte femme fatale. Haar groen satijnen gewaad en rode lokken wapperden in de wind. De boomknuffelaars dachten dat ze een boom was! Zo had ze die arme stakkers kunnen beduvelen.”

“Boomknuffelaars?”

“Ja, boomknuffelaars! Is dat nu al wat je te zeggen hebt?” 

Charlotte herpakt zich: “We moeten iets doen! De boomknuffelaars zijn aan het uitsterven en ze zijn de enige die de boomkracht beheersen. Waar zijn ze?”

“Ik was…Ik moet zitten…”

Charity schiet in paniek en haar ademhaling begint te piepen.

“Focus, Charity! Waar is het gebeurd?”

“Aan het kerkhof!”

Charlotte springt op en rent als een pijl uit een boog het gebouw uit. Charity glijdt haar achterna als een slak op een teerton. Ze wil de held wel uithangen enzo, maar liefst niet vandaag. De redelijk moedige meiden nemen een binnenweg door achtertuinen en springen weinig elegant over hekken. Charlotte vloekt in zichzelf. Waarom heeft ze ook al die chocoladeletters opgegeten? Was het echt nodig geweest om haar voor – én achternaam op te schrokken? Ze hield nu eenmaal niet van losse eindjes.

Wanneer het duo op het kerkhof aankomt, zien ze in de verte de vampier enkele boomknuffelaars opjagen. Charity krijgt kippenvel van het tafereel en Charlotte stopt plotseling. Ze kan haar ogen niet geloven.

“Dit is niet zomaar een vampier, dit is Alison Scharlaken!”

“Wie is Alison Scharlaken?”

“Een gravin-vampier die uit de gratie is gevallen bij haar soortgenoten. Scharlaken is de schrik van de onderwereld!”

“Irusan sta ons bij! Charlotte, het is te gevaarlijk. We hebben hulp nodig!” 

“Wat ik nodig heb, is een scherpe staak.”, zegt Charlotte vastberaden. 

De gravin-vampier draait zich om en merkt het duo op. Ze grijnst.

“Charlotte Bart, we zien elkaar weer.”

Charity kijkt verbaasd. “Hebben jullie elkaar al ontmoet?”

“Ja, lang geleden…”

Charlotte herinnert zich haar eerste ontmoeting met Scharlaken alsof het gisteren was.

Een jonge Charlotte zat bij zonsondergang in een park naar de grootste hits van de Maffe Meiden te luisteren wanneer er plotseling een roze schaduw over haar heen viel. Ze keek op en zag een gigantische suikerspin hypnotiserend voor haar ogen zweven. Ze zette haar koptelefoon af. Achter de suikerspin kwamen 2 smaragdgroene ogen tevoorschijn. 

“Heb je zin in een suikerspin, lieverd?”

Charlotte’s ogen lichtten op, maar tegelijkertijd voelde ze haar grootmoeders amulet aan haar hals gloeiend heet worden. Een voorteken. Ze voelde een siddering door haar lichaam gaan. Deze bekoorlijke vreemdelinge had iets duisters. Ze voelde de kracht van het amulet tot in haar kleine teen. 

Een schuchtere Charlotte antwoordde : “Ik weet het niet, je ziet er een beetje gemeen uit.”

“Ik? Nee. Ik ben niet gemeen, snoes. Ik ben Alison Scharlaken, de liefste vampier op deze aardbol.”

Alison stootte een duivelse lach uit haar vuurrode lippen. Haar scherpe hoektanden glinsterden in de schemering.

Charlotte rende schreeuwend weg. 

“Tot later melkmuil! Bloed is als wijn. Hoe ouder, hoe beter. Ha ha ha. Ha ha ha.” 

Al het gevogelte in de bomen steeg klapwiekend op.

“Ha Ha Ha.”

Ze bleef maar lachen. Alison was knap en dat wist ze. Alison was niet grappig, maar dat wist ze niet. 

Charity trekt Charlotte bruusk terug in de realiteit: “Charlotte, is dit nu een moment om te zitten suffen!” 

Charlotte zet haar rug recht en antwoordt met haar neus in de lucht: “Ik ben toen weggelopen, maar deze keer loop ik niet weg!”

Charlotte loopt weg.

Ze draait zich om en roept: “Ik bedoel, ik loop nu weg, maar ik kom terug – met scherpe staak!”

“Ik sidder!”, reageerde Alison.

Ondertussen hebben de boomknuffelaars zich verstopt waar ze zich thuis voelen: in de bomen. 

Het tumult verplaatst zich naar De Zoete Zonde, een roze snoepwinkel met een hoog knuffelgehalte. Charlotte en Charity draaien elke cupcake en cuberdon ondersteboven.

“Ik weet zeker dat ik mijn scherpe staak hier heb laten liggen.”

“Weet je dat zeker? Het lijkt me een vreemde plek om een ​​dodelijk wapen te bewaren.”

“Charity Thomas, jij weet helemaal niets!”

Plots staat Alison in de deuropening met een scherpe staak in haar hand.

“Iets kwijt?”

“Charlotte, kijk, zij heeft jouw staak!”

“Dat zie ik zelf ook! Verman je, Charity, en zeg iets nuttig.”

“De breedsnuithalfmaki staat op uitsterven.”

“Dat weet ik al!” 

“Euh, Ik bijt op mijn teennagels.”

Alison deinst terug. In haar 200-jarig bestaan als vampier had ze al wel wat zonderling gedrag gadegeslagen, maar dit ging haar pet echt te boven.

“Stervelingen zijn mafketels!”

Terwijl Alison Charity met afschuw aankijkt na deze schokkende ontdekking over het bijten van de teennagels, maakt Charlotte gebruik van die onoplettendheid. Ze springt naar voren en grijpt de staak uit de handen van het kwalijk vrouwschap. Ze haalt er enkele keren triomfantelijk mee uit.

“Bereid je voor op de ondergang, Scharlaken!”

“Laten we kalm blijven. Het enige wat ik deed was een stel boomknuffelaars bijten. Is dat zo erg? De bomen zullen me dankbaar zijn.”

“Ja, dat is erg en vanaf nu hebben ze een beschermer en dat ben ik, Charlotte Bart, patroonheilige van de boomknuffelaars.” 

“Wat ben je een lachwekkend wicht.”

“Genoeg gelachen! Geef me één reden waarom ik deze staak niet meteen in jouw lijf zou boren!”

“Charlotte, ik ben jouw moeder.”

Charlotte staat even perplex, maar herpakt zich: “Nee, dat ben je absoluut niet!” 

“Het was het proberen waard.”

De spanning loopt op in het vrolijke snoepwinkeltje. Enkele boomknuffelaars turen door de etalage en zien hoe de vampier aanvalt. Alison probeert de scherpe staak te grijpen, maar Charlotte vecht dapper terug. Onverwacht zakt Alison op de grond in mekaar.

“Wat is er gebeurd, Charlotte? Is ze flauwgevallen?”

“Ik denk het. Teleurstellend. Ik hoopte op een episch gevecht waarbij ik mijn brute kracht en scherp inzicht tentoon had kunnen spreiden.”

Charlotte hurkt over het lichaam van Alison.

“Wees voorzichtig. Het kan een truc zijn.”

Alison Scharlaken mompelt iets: “Deze winkel, zoveel zeemzoeterigheid, zoveel roze. Het werd me te veel…Te veel voor mijn donkere ziel.”

“Nee, het is geen truc. Ze blaast haar laatste adem uit, denk ik.”

Het is even muisstil in het winkeltje. De spanning is te snijden. POEF! Een grote groene wolk verschijnt en de vampier verdwijnt in het niets.

“Charity! Scharlaken is dood! Het lijkt erop dat deze roze snoepwinkel de genadeslag was.”

Charity klapt in haar handen en stuitert ter plaatse.

“Bravo, Charlotte!”

De boomknuffelaars komen binnen en geven Charlotte een dikke knuffel. Hoe kan het ook anders!

“Dit is niet nodig, vrienden. Ik ben niet op zoek naar roem.”

Een van de boomknuffelaars, Mist, geeft Charlotte een kroon van madeliefjes als symbool voor haar dankbaarheid. Het is niet zomaar de eerste de beste bloemenkroon. Ze bevat twijgjes met de heilige boomkracht die alleen boomknuffelaars uit de bomen kunnen onttrekken. Charlotte zet de kroon op haar hoofd en straalt als nooit tevoren. Mist maakt een kleine buiging en vertrekt met de rest van haar gevolg naar het volgende bos.

Charlotte en Charity steken een zuurmat achter de kiezen en vervolgens loopt het duo arm in arm weg.

In het snoepwinkeltje zweeft de geest van Alison. Haar gezicht staat op onweer.


Wordt vervolgd…

You cannot copy content of this page

Cookieconsent met Real Cookie Banner